Post by ( ♦ )--Tora__[♦] on Feb 8, 2008 9:47:26 GMT -1
Shinji "Tora" Amano
Over jezelf:
Naam:
[/color]Over jezelf:
Naam:
Hyde
Hobbys:[/color]
Euh.. Niets doen?... Slapen?.. Perverted zijn?
Extra:[/color]
Sakara the World of Greatness
Over je char:[/b][/size][/color]
Officiële geboortenaam:[/color]
Shinji Amano
Roepnaam:[/color]
Tora
Naam PB:[/color]
Shinji Amano
Soort:[/color]
Half-demon. Specifiek demon ras: Kurai. Scandinavische nachtdemonen die veel weghebben van katachtigen en vechten met behulp van zwarte aura. Ze trekken rond in hun eentje en moeten altijd ergens heen, hierdoor kunnen ze nooit op een bepaalde plek blijven. Voor hen is de noordenwind heilig, aangezien deze ze de weg wijst naar hun nieuwe lotsbestemming.
Leeftijd en geslacht:[/color]
26, en voorzover hij weet toch echt mannelijk.
Woonplaats en geboortedatum:[/color]
Geboortedatum onbekend. Woonplaats niet van toepassing.
Ouders/broers/zussen:[/color]
Kitaro Amano {Vader}
Een japanse ontdekkingsreiziger die omkwam bij een ongeluk samen met zijn vrouw.
Rasdvaya {Moeder}
Een kurai, verliet Tora's vader direct na de geboorte met het excuus dat ze verder moest trekken en Tora niet mee kon nemen aangezien de groep hem nooit zou accepteren.. Tora heeft haar nog enkele keren gezien nadat hij zijn vader's gezin verliet. Zij was degene die de naam Tora aan hem gegeven had.
Gabriella Amano {Stiefmoeder}
Ookal was Tora niet echt haar zoon, ze behandelde hem wel als de hare. Toch, Tora vond haar helemaal niets en weigerde ook maar enige affectie voor haar te tonen. Hij respecteerde haar, maar haatte haar diep van binnen om een reden die hem zelf nog steeds onbekend is.
Uiterlijk Pb:[/color]
Innerlijk:[/color]
De Mens
Tora is een koud persoon. In ieder geval, zijn uitstraling is die van kilheid en harteloosheid. Dit is een barriere die hem aangeboren is maar die hij zelf heeft versterkt door de jaren heen. Als je echter door deze barriere heen weet te dringen dan vind je een warm, liefdevol en aardig persoon. Meestal als hij mensen niet mag dan negeert hij ze. Hij wordt nooit boos in de zin dat zijn bewegingen ongecontroleerd wordt en dat zijn gezichtuitdrukking veranderd. Nee, hij wordt echter nog ijskouder dan dat hij al was en zal je het gevoel geven dat je niets meer bent dan en mislukkeling, zonder ook maar een woord te zeggen.
De Demon
De demon in Tora die soms naar voren komt doet niets liever dan bloed zien vloeien. Hij is harteloos, oncontroleerbaar en zal doorvechten tot de dood. Deze demonic side van hem zorgt er ook voor dat hij niet op een plek kan blijven wonen maar steeds verder moet trekken aangezien dit aangeboren is bij de Kurai. Hij is sarcastisch en vind dat er geen beter vermaak bestaat dan leedvermaak. Hij vindt zichzelf als half-demon ook boven de normale mens uitstaan.
De Ballerina
Onder deze kilheid zit toch een persoon die geliefd wilt worden. Tora is van origine een zeer elegant en sierlijk mens en als hij de muur niet om zich heen gebouwd had en meer vertrouwen in de mensheid zou hebben, dan zou hij krijgen wat hij echt wilde en dat was liefde. Hij wenst voor deze liefde maar is te blind om te zien dat mensen werkelijk om hem geven, omdat hij zichzelf als niet meer ziet dan een gekrenkte ziel. Een onherstelbaar kapotte speeldoos.
De Kat
De Kurai zijn katachtige demons en dit laat zijn sporen achter op Tora. Hij is zeer elegant in zijn bewegingen en heeft vele katachtige trekjes. Een van zijn zwakheden door zijn afkomst is dat hij zich soms helemaal overgeeft als je hem gemeende affectie toont zoals een knuffel of een aai. Hij kan door zijn afkomst zeer hoog springen en een perfecte balans bewaren. Ook komt hij altijd op zijn voeten neer, zelfs al heeft hij dan geen staart.
De Meester
Tora is een leergierig mens. Hij studeert hard om beter te worden en de graad van perfectie te halen in zijn vechtkunsten. Hij is al een Lotis en Maaram meester, maar hij wil de kracht van Taijutsu ook nog perfect leren beheersen. Hiervoor doet hij veel zijn best maar vraagt nooit de hulp van anderen. Hij vindt dat niemand hem ooit zou kunnen helpen en werkt daarom als eeuwig individu.
Houdt van:[/color]
- Vechten
- Isolatie
- Alleen zijn
- Vis
- Zachte stoffen
- Knuffelen
- De kleuren zwart en paars
- Katten
- Lezen
Haat:[/color]
- Hond/wolfachtigen
- Zwakkelingen
- Mensen die geloven dat liefde altijd overwint
- Zijn vader en stiefmoeder
- Zijn moeder
- De authoriteiten
- Gepeupel
Hobby's:[/color]
- Lezen
- Studeren
- Rondslenteren
- Niets doen
- Slapen
- Trainen
- Vechten
Geschiedenis:[/color]
Het is niet zeker waar of wanneer Shinji Amano geboren werd. Het enige wat zeker is is dat het die avond koud was. Hij was een kind wat eigenlijk niet bestaan had mogen hebben. Een ongeluk. Beide ouders hadden de hoop opgegeven dat er ooit iets uit hun eenmalig gebeuren zou komen aangezien hun genen zo verschilden. En toch, na negen maanden werd er een klein jongentje geboren. Zijn moeder ging ervandoor nadat ze hem had achtergelaten bij zijn vader. Zijn vader deed zijn best om hem samen met zijn nieuwe vrouw op te voeden. Het briefje bij de mand had "Tora" gezegd, maar zijn nieuwe ouders vonden dit geen fatsoenlijke naam dus daarom noemden ze hem Shinji.
Naarmate hij ouder werd werd hij steeds meer rusteloos. Hij liep enkele keren weg en was soms weken zoek. Hij heeft een paar keer zijn moeder weten te bereiken, die hem maar al te graag bij zich wilde hebben. Maar aangezien haar groep hem nooit zou accepteren moesten ze in eht geheim elkaar ontmoeten. Zij leerde hem haar taal: Russisch en hielp hem de krachten te ontwikkelen die hij aangeboren had gekregen.
Thuis werd hij gepest aangezien hij anders was dan de rest. Kinderen noemden hem kattenjongen en soms werd hij zelfs belaagd door mensen, waarbij ze hem fysiek mishandelden tot hij terugvocht, en wanneer hij terugvocht dan vielen er soms serieuze slachtoffers omdat hij zijn eigen kracht niet kende. Deze belagingen hebben ervoor gezorgd dat zijn vertrouwen in mensen praktisch verdween, hij werd zich meer bewust van wat hij eigenlijk was en zijn ego groeide aangezien hij voelde dat hij eigenlijk boven de normale mens uitstond. Hij was niet zomaar een mens, hij was een geëvolueerde vorm van het mensenlijk ras.
Hij ging in de leer bij een Lotis Heiligdom en leerde daar alles over deze kracht. Hij was een zeer getalenteerd leerling en had binnen een jaar alle 24 woorden geleerd waarmee hij de wereld zou kunnen "verbeteren" (ookal ging het hem daar totaal niet om). Maar hij werd weer rusteloos door het niets te doen hebben en dus begon hij na lang zeuren voor toestemming, de leer van Maaram te bestuderen. Dit duurde iets langer omdat hij het goede in hemzelf opzij moest schuiven en plaats moest maken voor een kwade macht.
Toen op een nacht.. De noorderwind blies door het dorp waar hij woonde en hij voelde gewoon dat deze hem riep. Voor de eerste keer voelde hij de drang die alle Kurai kenden. Hij was toen 15 jaar. Zijn vader en stiefmoeder vonden zijn bed leeg, zonder briefje of wat dan ook.
Sindsdien zwerft hij rond, op zoek naar manieren om zijn kracht te vergroten en op zoek naar iets, waarvan hij zelf niet eens weet wat het is.
Extra:[/color]
Tora heeft een neiging om soms Duits, Japans of Russisch te spreken aangezien hij met deze talen is opgegroeid. Hij is niet kieskeurig op het gebied van wapens en is in staat om velen te hanteren. Katana en Sai zijn toch zijn favoriet, er hangen dan ook twee van elk aan zijn riem.
RP voorbeeld:[/color]
"If it wakes up a gloomy ceiling
A laughing voice sinks in the eardrum it is soiled
And violence rapes me.."
De stem galmde door de kleine tunnel en kaatste af tegen de betegelde muren, waarna hij verdween in het niets en er slechts het geluid was van water wat op de grond drupte.
Hij trok het shirt iets naar beneden aangezien het omhoog gekropen was, wat koud was.
Het lange witte shirt accentueerde het feit dat hij zeer dun was goed en maakte hem langer dan dat hij al was. Vroeger had hij al wel eens te horen gekregen dat hij zich gewoon achter een lantaarnpaal zou kunnen verstoppen indien nodig, en dat niemand hem dan zou zien.
Hij had dat soort opmerkingen genegeerd of er beleefd om mee gelachen. In weze haatte hij het als mensen zoiets zeiden, alleen als hij je echt mocht pikte hij dat nog.
Hij stopte zijn hand in zijn zak en voelde de verscheidene voorwerpen.
Nog niet, dacht hij bij zichzelf. Eerst een goed plekje vinden, anders verraad je jezelf meteen.
Hij liep het perron op en wierp een blik op de rails. Sommige mensen hadden zich op de rails geschaart, de metro kwam al jaren niet meer en dat zou hij ook niet gaan doen, dus zagen ze geen reden waarom ze die ruimte niet als leefruimte zouden kunnen gebruiken.
Hij ging op een van de stoelen op het perron zitten, naast een oude fotocabine.
Zijn donkere ogen bekeken de afgebladderde posters en hij rilde even toen een wind door het metrostation blies.
Het was een ongure plek die menig persoon angst aan zou jagen, maar voor Ruki was het net een tweede huis.
Hij hoorde geritsel en keek om zich heen. Uit de schaduw kwam een meisje gekropen. Haar haren waren vet en hingen sluik voor haar ogen, die zo te zien eens stralend blauw waren geweest maar nu dof stonden.
Er verscheen een glimlach op de jongen die in een sterk contrast er juist heel gezond uitzag in vergelijking met het meisje.
Ze grijnsde onzeker en liep steeds dichterbij, om de zoveel stappen werden haar bewegingen krampachtig, alsof ze moeite had met bewegen.
Ze ging naast hem zitten en ze keken elkaar aan. Licht en donker, gezond en schijnbaar ongezond, man en vrouw. Hij leek de perfectie zelve in vergelijking met haar, maar beide leken daar niets om te geven.
Ze had al langer op hem gewacht, een heleboel mensen wachtten op hem. Degenen die niet meer naar buiten durfden, de zwakkeren, de doden.
Wanneer je de trap af ging kwam je in een geheel nieuwe wereld van armoede en ellende. Daarboven was het licht, hier was de duisternis.
En elke keer als hij weer op kwam dagen, dan leek het alsof er een beetje licht met hem meekwam. Hoe hij het deed wist niemand. Maar iedereen wist dat hij eigenlijk ook hier beneden thuishoorde, tussen het mensenlijk afval.
Ze spraken niet maar keken even schuchter om zich heen, wat eigenlijk niet nodig was want wat ze van plan waren was hier dagelijkse kost, plus dat hier nooit politie kwam.
HIj haalde wat dingen uit zijn zak en gleed van de stoel af, waarna hij op zijn knieën ging zitten op de grond. Het meisje volgde hem en keek gebiologeerd naar zijn handelingen. Hij legde twee injectienaalden neer, twee naalden, nog in verpakking, een raar gevormde lepel, een aansteker, watjes in verpakking en twee flesjes, een met water en een met pure alcohol. Als laatste haalde hij een klein pakje met een bruine substantie tevoorschijn. Dit hield hij echter zeer dicht bij zich, aangezien het aardig kostbaar was.
Hij pakte de alcohol en de watjes en ontsmette de lepel, waarna hij een van de injectiespuiten in elkaar zette.
Hij nam wat van het water op met de injectiespuit en spoot dat op de lepel, waarna hij deze neerlegde en de toppen van zijn vingers op dezelfde manier ontsmette als wat hij het de lepel had gedaan. Hij draaide een watje tot een klein balletje en rolde deze in de bruine substantie, waarna hij de nu bruine vloeistof uit het watje zoog met behulp van de injectienaald. Dit voegde hij toe aan het water op de lepel en pakte de aansteker, die hij aanknipte en het vuur onder de lepel hield, net zolang tot het een beetje begon te borrelen.
De snelheid en precisie waarmee hij dit deed was verbluffend, alsof hij nooit anders had gedaan.
Hij liet de gemixte vloeistof in de injectienaald druipen en het meisje stak haar arm uit, die onder de littekens zat. Hij pakte de bovenkant van haar arm en kneep er hard in, waarbij ze lichtelijk gromde. Dit was echter nodig, want als hij niet de ader zou raken dan zou dit pijnlijk voor haar worden. Rustig injecteerde hij de vloeistof in de grote ader van haar armholte. Vluchtig trok ze haar arm terug en ging achterover tegen de bankjes hangen.
Hij had niet alles in haar injectiespuit laten vloeien, dus nam hij de overige injectiespuit en liet de overgebleven heroïne erin glijden.
Terwijl hij de spuit tussen zijn tanden hield trok hij zijn mouw op maar deze wilde niet hoger dan het midden van zijn onderarm. Dus legde hij de spuit neer en trok zijn shirt uit, waarna hij rilde.
Hij hoorde het meisje giechelen maar dit deed hem niets, hij was nu met iets anders bezig.
Hij keek naar het kleine leren riempje om zijn bovenarm zat. Met een snelle beweging trok hij het ding zeer strak, waardoor de ader in zijn armholte beter zichtbaar werd.
Zijn arm was nou ook niet moeders mooiste. Op zijn pols zaten verscheidenen snijlittekens van heel lang geleden en rond zijn armholte zaten velen littekens van vorige naalden, goed en verkeerd geprikt. Hij zette de naald tegen zijn arm en drukte deze verder. Even siste hij, hij haatte dit gevoel.
Het meisje keek ietsjes wazig op en bekeek hoe hij bezig was.
Rustig injecteerde hij de drug en gooide toen de naald richting een van de prullenbakken, waar deze precies inviel. Hij zuchtte en trok zijn shirt aan. Wat een rotwerk vond hij dit altijd, maar het was het gelukkig wel allemaal waard.[/color][/center]